De groei van:
Andrea, Dorien en Emine
Lees het verhaal van drie collega’s die de opleiding Master SEN vorig jaar cum laude hebben afgerond.
Op de personeelsdag schoot Andrea mij aan; “ik heb een verhaal voor het e-magazine voor je. Met twee andere collega’s heb ik onderzoek gedaan naar ‘adaptief onderwijs van docenten, waaronder handelingsbekwaamheid’.” Fijn dat collega’s zichzelf aanmelden en hun ervaringen willen delen, dacht ik. En zo geschiedde, na een paar achtergrondvragen via e-mail, had ik op een stormachtige donderdagmorgen een gesprek met alle drie. Andrea Riegman, van Montfort College, Dorien Zuidgeest van Mavo Centraal en Emine Yilmaz van Lyceum Kralingen, alle drie zijn ondersteuningscoördinator van de betreffende scholen.
Vier keer per jaar organiseert de stafafdeling Onderwijs & Kwaliteit bijeenkomsten voor ondersteuningscoördinatoren van de LMC-scholen. Drie jaar geleden kwam de vraag wie interesse had in de tweejarige opleiding Master SEN,
in het kader van de in 2014 ingevoerde wet Passend Onderwijs. Daar hadden de dames wel oren naar.
De deeltijd Master Special Educational Needs van de Hogeschool Utrecht, geeft een wetenschappelijke en orthopedagogische/ orthodidactische en onderwijskundige verdieping met de focus op passend onderwijzen.
Alle drie kozen de specialisatie ‘gedrag’. Ongeveer 5% van het aantal leerlingen heeft behoefte aan extra ondersteuning. Denk hierbij aan leerlingen met ADHD, ASS, angststoornissen en andere ontwikkelingsstoornissen. Andrea: “Onze docenten gaven aan meer tijd en ruimte nodig te hebben om een leerling met een indicatie te faciliteren. Mijn taak is onder andere de leerling begeleiding te bieden bij specifieke onderwijsbehoeften en dat het dossier van de leerling bekend is bij de docenten. “
“Welke handelingsadviezen kunnen aan de docenten worden gegeven om adaptief af te stemmen in de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften?”
(onderzoeksvraag van Andrea Riegman voor Montfort College, Dorien Zuidgeest voor Mavo Centraal en Emine Yilmaz voor Lyceum Kralingen)
Emine Yilmaz, Andrea Riegman en Dorien Zuidgeest
Eén onderzoeksvraag getoetst op drie verschillende LMC-scholen
“Wij wilden ons onderzoek gezamenlijk uitvoeren, maar onze begeleider van de Hogeschool raadde dat af, omdat het te complex werd en het beter zou zijn te focussen op onze eigen school.” vertelt Emine. “We hadden veel steun aan elkaar, we vroegen ons regelmatig af hoe we alles op tijd af zouden krijgen; met werk, gezin, studie en onderzoek. Het leek ons daarom praktischer om het onderzoek gezamenlijk te doen.” “Toch hebben we op iedere school een eigen casus” vult Dorien aan. “Ondanks dat we alle drie op een school werken met veel leerlingen met een migranten achtergrond en opgroeien in een grootstedelijke omgeving, hebben veel leerlingen op onze school geen rugzak maar wel gedragsproblemen.”
Hoe zijn jullie aanbevelingen ontvangen?
“Vorig jaar rond deze tijd rondde ieder van ons het onderzoek af en zijn we alle drie in juni cum laude geslaagd voor de opleiding. We zijn nu dus ook gedragsspecialisten” vertelt Andrea trots. Alle drie hebben zij hun onderzoek aan collega’s gepresenteerd op een expertisebijeenkomst voor LMC-ondersteuningcoördinatoren en ook individueel op de eigen school. Voor Dorien was het even spannend, omdat het onderzoek op de Hildegardis Mavo is verricht en afgelopen zomer Hildegardis Mavo samen ging met Lucia Petrus Mavo als Mavo Centraal én er kwam een heel nieuw managementteam. Gelukkig is haar advies omarmd en zijn de aanbevelingen opgenomen in het schoolplan van Mavo Centraal.
Emine heeft haar aanbevelingen gepresenteerd aan het team en zij hebben ook begin van dit schooljaar praktische aanbevelingen toegepast; zoals niet te veel van lokaal wisselen, om lessen goed voor te bereiden. Er is beleid ontwikkeld voor het gebruik van het leerlingvolgsysteem Magister, zodat docenten beter op de hoogte zijn van de verwachtingen om dit gerichter in te kunnen zetten en worden zij meer betrokken bij het signaleren en interveniëren van de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Daarnaast is er meer tijd beschikbaar voor collegiaal overleg en visitatie. Dit geeft al meer rust op school.
Hoe kijken jullie terug op het onderzoek en de studie?
Omdat we met z’n drieën aan de studie zijn begonnen, adviseerden en steunden we elkaar, dat werkte heel motiverend. Veel wisten we wel, maar de studie bood verdieping en bevestiging. Het belangrijkste is de relatie met de leerling; wordt de leerling gezien? Passend Onderwijs moet op de agenda blijven staan en onder de aandacht blijven. Wij vinden dat een ondersteuningscoördinator een volledige functie is, geen taak die je naast het lesgeven erbij doet.
Verder geven de dames aan dat ze blij zijn dat de studie is afgerond. Buiten dat ze studiegenoten waren en collega’s zijn, is er een hechte vriendschap ontstaan.
Het 'onderzoeksteam', Andrea, Emine en Dorien
Klik op een van de onderstaande hyperlinks voor meer info: