ONDERWIJS

Dyslexiebeleid op de TooropMavo

De aanleiding voor dit interview met twee experts op het gebied van dyslexie is tweeledig. Als eerste heeft Expertisecentrum Eenheid Zorg in het najaar van 2020 onderzoek gedaan naar de begeleiding van leerlingen met dyslexie binnen LMC-VO. De bevraagde ondersteuningscoördinatoren hebben aangegeven dat zij behoefte hebben aan meer zicht op de mogelijkheden voor de ondersteuning in de klas en daar buiten. Ten tweede is dit schooljaar een strategische beleidsgroep gestart voor de ontwikkeling van LMC-breed taalbeleid, waar dyslexiebeleid onderdeel van is. In deze groep werken managementleden, taalcoördinatoren, docenten Nederlands en de stafafdeling Onderwijs en Kwaliteit samen.

Margriet Doornbosch - de Frankrijker en Irene Meesters verzorgen op de TooropMavo remedial teaching (RT) en bieden leerlingen met dyslexie begeleiding. Irene is bezig met haar opleiding Master Educational Needs en hoopt hem aan het eind van dit schooljaar af te ronden. Margriet heeft de opleiding Master Special Educational Needs al in 2009 afgerond als remedial teacher VO en in 2010 de opleiding gedragspecialist.

Irene Meesters & Margriet Doornbosch

Margriet Doornbosch

Margriet: “We verdelen de brugklas in 4 groepen: een groep met extra aandacht voor rekenen, een neutrale groep, een mavo+/havo groep en een taalgroep. De laatste groep krijgt in een week één uur extra Nederlands. Leerlingen met dyslexie en leerlingen waarbij een vermoeden van dyslexie is, krijgen één keer per week RT. We oefenen door middel van pre-teaching en re-teaching en door veel te herhalen. Leerlingen met een vermoeden van dyslexie sturen we na een periode RT door voor een dyslexieonderzoek. Het automatiseren van woorden is een aandachtspunt. Wij zijn vooral praktisch bezig, we hebben geen apart programma. Omdat we veel begeleiding bieden, kiezen veel ouders voor de TooropMavo.

Cito 0

Aan het begin van het schooljaar nemen we Cito 0 af. We hebben basisscholen in kaart gebracht waar gemiddeld 4 leerlingen vandaan komen en kijken hoe de leerlingen scoren bij de Cito 0. Scoren ze bijvoorbeeld laag bij begrijpend lezen of woordenschat? We hebben nog geen conclusies getrokken hoe een basisschool gemiddeld scoort”.

Irene Meesters

‘PI-dictee’

Irene: “Voor mijn opleiding Master Educational Needs heb ik voor mijn onderzoek onder andere de screeningstoetsing ‘PI-dictee’ onderzocht. Dit is een methode van onderzoeken om dyslexie vast te stellen. Op de Toorop gebruiken wij de methode niet, dus het was wel interessant om op een andere manier dyslexie te analyseren. De bevindingen bespreek ik met de GZ-psycholoog van het Expertisecentrum. Zij geeft ook na vervolgonderzoek een officiële verklaring als blijkt dat een leerling daadwerkelijk dyslexie heeft”.

Iedere docent is een taaldocent

“Bij ons is het dyslexiebeleid een apart beleid, gebaseerd op het protocol dyslexie voortgezet onderwijs”, geeft Margriet aan. “Het komt wel terug in ons taalbeleid. Taalbeleid neem ik één keer per jaar door en bij veranderingen bespreek ik het met ons team”, vertelt Margriet. “Wij werken met taal- en taakgericht vakonderwijs”, vult Irene aan. “Het uitgangspunt ‘iedere docent is een taaldocent’ staat als een paal boven water. Een woord als ‘kenmerk’ heeft bij het ene vak een andere context dan bij het andere. Wij vinden het belangrijk dat we met elkaar als team het correct uitleggen”.

“Wij hebben een en ander gestandaardiseerd. Leerlingen gebruiken Taalbegrip- en Rekenbegrip- kaarten. De kaarten hangen ook standaard aan de muur. En we werken met lijsten, de meertijdenlijsten. Aan het begin van het schooljaar krijgen collega’s zo’n lijst. Hierop staan de leerlingen die recht hebben op meer tijd bij een toets. Collega’s schrijven ook de begin- en eindtijden van de toets op het bord in de klas. Irene en ik zijn heel alert als leerlingen aangeven dat ze het gevoel hadden te weinig tijd te hebben voor een toets. We nemen dan meteen contact op met de betreffende collega. De structuur en verwachting naar een leerling vinden wij heel belangrijk".

"Wij werken met het spraakondersteuningsprogramma L2S. Vaak kennen leerlingen dat al van de basisschool en hebben het programma op hun laptop. Op alle computers en laptops op school hebben we het programma L2S. We hebben ook een ander programma geprobeerd, maar dat was te uitgebreid en duur. De ontwikkelaar van het programma L2S is heel toegankelijk, dat is ook een pluspunt”.

Verwachtingen van school en de ouders

Margriet en Irene zaten vorig jaar voor het eerst bij de intakegesprekken van nieuwe brugklassers met een dyscalculie en dyslexie indicatie. Dit was ook een mooi moment om de verwachtingen van school en de ouders te bespreken op het gebied van mogelijke begeleiding. De betrokkenheid van ouders is wisselend, er is niet een duidelijk antwoord op te geven. Pubers zijn wisselvallig in het nemen van verantwoordelijkheid, de ene keer hebben zij hun laptop bij zich en de andere keer zijn zij het vergeten. We geven wel aan dat we verwachten van ouders dat zij hun kinderen faciliteren en/of begeleiden, om bijvoorbeeld te lezen en woordjes gefaseerd te leren. Margriet en Irene geven ook aan dat één keer in de week 30 minuten RT niet zaligmakend is, er is soms echt meer nodig.

Louis, een vierdejaars leerling van De TooropMavo vertelt over zijn schoolcarrière

“Toen ik van de basisschool kwam, ontdekte ik hier op de Toorop al snel dat ik een achterstand had in spelling. Mevrouw Doornbosch begeleidde mij vanaf de brugklas. Ik maak de toetsen met L2S voor Nederlands en moderne vreemde talen, die maak ik in een aparte ruimte. In de onderbouw was de begeleiding intensiever dan nu.

Volgend jaar ga ik naar de havo en daarna wil ik economie studeren. In het dagelijks leven merk ik er niet zo veel van het feit dat ik dyslexie heb. Ik voel mij niet belemmerd, ook niet in de keuze van vervolgonderwijs. Wel heb ik moeite met grammatica en boeken lezen vind ik gewoon niet leuk. Ik selecteer ze vooral op het aantal bladzijden, een speciaal genre spreekt mij niet aan. Wel de Donald Duck, haha. Gelukkig kwam een vriendin laatst met een boek van Tommy Wieringa, dat zet ik op mijn lijst. Afgelopen jaar vond ik het niet lastig om online les te volgen, ik vind het juist makkelijker en na het schoolwerk ga ik lekker gamen met mijn vrienden.

Het stimuleren van lezen, is voor mij heel belangrijk. Mijn docent Nederlands gaf na een toets de antwoorden, dat is prettig om terug te lezen en om de stof beter te begrijpen.”

Het Expertisecentrum

Het Expertisecentrum biedt psychodiagnostisch onderzoek en begeleiding van jongeren. Daarnaast heeft het Expertisecentrum een ondersteunende en adviserende rol naar scholen toe. Zij werken volgens de beroepscodes en richtlijnen van het Nederlands Instituut van Psychologen, de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen en Stichting Dyslexie Nederland. Heb je vragen of wil je meer informatie n.a.v. dit artikel, neem dan contact op: bel 010 - 7147300 of mail naar info@expertisecentrumrotterdam.nl. Het Expertisecentrum biedt screening op en onderzoek naar dyslexie. Klik hier voor meer informatie

Het programma L2S is LMC-breed beschikbaar, meer informatie hierover kun je terecht bij de afdeling digitale zaken via servicedesk@lmc-vo.nl.

image