Pijler 2 in de praktijk


De waardevolle relatie van de scholen met het PO

Het POVO project startte begin 2018 als pilot waarbij op detacheringsbasis VO-docenten een vast aantal uren per week werkzaam zijn op basisscholen. Collega's van de scholen Veenoord, Vak College Zuidrand en Zuiderpark College hebben voor de groepen 6, 7 en 8 van verschillende basisscholen gestaan. De ervaringen zijn zeer positief: "Op deze manier leren we elkaar echt goed kennen. Daarnaast zal het voor ons echt werkdrukverlaging opleveren. Het is een project dat voor iedereen een winsituatie oplevert", aldus één van de betrokken basisschool docenten. Het project wordt schooljaar 2018-2019 gecontinueerd.

Niels de Wit (still uit LMC-strategievideo)

“Door VO-docenten te laten lesgeven in hun vakgebied aan onze groepen 6, 7 en 8 verkleinen we de afstand tussen primair- en voortgezet onderwijs voor leerlingen en leerkrachten. We kunnen nog veel van elkaar leren”, aldus directeur George Leuver van de Agnesschool. Met VO-docent Jan Willem Beverwijk van Palmentuin vmbo deed hij in maart 2018 de aftrap van het project. Mede dankzij de steun van RVKO en LMC-VO, de besturen waar resp. de Agnesschool en Palmentuin onder vallen, en van de Gemeente Rotterdam konden zij van start.


Het doel is bovenbouwleerlingen te laten wennen aan de manier van lesgeven en de overgang naar het voortgezet onderwijs te vergemakkelijken. Daarnaast is er zoals bekend op veel basisscholen een structureel tekort aan leraren, waar het POVO project met vakdocenten op inspeelt.


Een andere niet onbelangrijke reden om met het project een brug te slaan tussen primair en voortgezet onderwijs is de behoefte bij beide ‘partijen’ aan meer frequent en effectief contact.


Denk bijvoorbeeld aan communicatie over de aanmeldingen, de manier van werken of de stijl van lesgeven. Het management en docenten van zowel de betrokken basisscholen als de VO-scholen die mee doen aan het project zien de voordelen voor de scholen en voor de leerlingen.


VO-docenten leren de scholen en de leerlingen in het primair onderwijs beter kennen en verbreden daarmee hun horizon. Voor de leerlingen is het prettig om in de vakgebieden nog meer verdieping te krijgen en te wennen aan ‘de VO manier van lesgeven’. Docent Beverwijk: “Toen ik van het project hoorde, wilde ik graag meedoen. Het bleek zeer inspirerend te zijn om te zien hoe het er in het PO aan toe gaat. En het is voor mij als docent erg leerzaam om te zien hoe kinderen zich ontwikkelen van PO naar VO. En natuurlijk niet te vergeten, geef ik graag aan zoveel mogelijk kinderen mijn liefde voor het vak maatschappijleer door.”

Een andere niet onbelangrijke reden om met het project een brug te slaan tussen primair en voortgezet onderwijs is de behoefte bij beide ‘partijen’ aan meer frequent en effectief contact.


Denk bijvoorbeeld aan communicatie over de aanmeldingen, de manier van werken of de stijl van lesgeven. Het management en docenten van zowel de betrokken basisscholen als de VO-scholen die mee doen aan het project zien de voordelen voor de scholen en voor de leerlingen.


VO-docenten leren de scholen en de leerlingen in het primair onderwijs beter kennen en verbreden daarmee hun horizon. Voor de leerlingen is het prettig om in de vakgebieden nog meer verdieping te krijgen en te wennen aan ‘de VO manier van lesgeven’. Docent Beverwijk: “Toen ik van het project hoorde, wilde ik graag meedoen. Het bleek zeer inspirerend te zijn om te zien hoe het er in het PO aan toe gaat. En het is voor mij als docent erg leerzaam om te zien hoe kinderen zich ontwikkelen van PO naar VO. En natuurlijk niet te vergeten, geef ik graag aan zoveel mogelijk kinderen mijn liefde voor het vak maatschappijleer door.”

Jan Willem Beverwijk

Silvia König

Ook docent Silvia König van Veenoord vmbo draaide mee in het POVO project. Zij begeleidde in een serie lessen leerlingen de Mr. Van Eijckschool, de totstandkoming van een mooi mozaïek-kunstwerk dat de nieuwe entrée van de school zal sieren. Daarbij ging het voornamelijk om het proces: door middel van verschillende werkvormen kon König de leerlingen spelenderwijs concepten als vlakverdeling, vormen, materiaalgebruik, samenwerken en zelfs wiskunde met elkaar in verband brengen. “De uitdaging was om aansluiting te vinden bij de belevingswereld van de leerlingen en bij wat zij gewend zijn. Thematisch werken rondom de seizoenen of feestdagen biedt altijd een mooie kapstok”.


Nadeel van de eerste pilot-opzet was het versnipperd bezig zijn, waardoor je relatief veel tijd kwijt bent aan het voorbereiden en afronden van de lessen, zeker voor een docent beeldende vorming. Bij een langdurigere periode van gedetacheerd lesgeven valt dat nadeel voor een groot deel weg, zo is de verwachting. “Wat ik verder heel prettig en bijzonder vond, was dat ik voor even, echt deel mocht uitmaken van het team van de Mr. Van Eijckschool”, aldus König.

Initiatiefnemer Hermen Blok: “Meer en meer basisscholen blijken nu kennis te hebben van het project en benaderen mij met aanvragen. Dat is natuurlijk fantastisch; wat ik echter merk is dat de VO-scholen nog moeten wennen aan het idee om hun docenten in te zetten. Maar waar een wil is, is er gelukkig een weg”.


Dat laatste beamen ook het Ministerie van OCW, en de toenmalige wethouder Sven de Langen, getuige de positieve reacties van die kant.

Hermen Blok