Het Rotterdam van:

Aad van der Sluijs
Locatieleider Palmentuin

In deze vaste rubriek neemt een collega je mee naar een betekenisvolle of dierbare plek in Rotterdam. En geeft vervolgens het stokje door.

De Markthal is als Rotterdams icoon niet meer weg te denken. Dit staaltje architectuur komt voor in talloze top-tien reistips en ondere lijstjes in internationale toeristische magazines. Hoe zou het zijn om er in te wonen? Op een vroege vrijdagmorgen, als de “marktlui” hun stand nog in orde aan het maken zijn, gaan we op bezoek in de woning van collega Aad van der Sluijs.

Als de liftdeuren op de negende verdieping open gaan valt het schuine raam dat van bovenaf, vanuit de hal, uitzicht biedt op de marktstalletjes direct op. Aad van der Sluijs behoorde tot één van de eerste bewoners van het gebouw. “We hadden het voor het uitkiezen”, vertelt hij. “Vanwege de economische crisis liep het in het begin niet bepaald storm met de verkoop. We hebben het dus in een gunstige tijd gekocht, voor ons althans. Intussen zijn alle woningen verkocht of verhuurd.” De lift gaat tot de tiende verdieping, legt hij uit. Vanaf daar kunnen de bewoners via een eigen trap naar de elfde. “Medio 2014 is de Markthal geopend door koningin Máxima. Een hele happening hoor, ook voor de bewoners, het was geweldig.” Het intussen beroemde kunstwerk dat het plafond bekleedt, de Horn of Plenty, bestaat uit aluminium panelen die met de sublimatietechniek zijn bedrukt.


Met zijn 11.000 m2 behoort het tot de grootste beeldende kunstwerken ter wereld. Het kleurrijke ‘stilleven’ toont in het midden een grote zon, met daaromheen allerlei groenten en fruit, en wie goed kijkt ontdekt zelfs de Laurenskerk. De kerk staat op de achtergrond van het tafereel, precies waar deze zich in werkelijkheid bevindt. Sinds de opening hebben miljoenen mensen, uit alle hoeken van de wereld, het gebouw bezocht en het kunstwerk vastgelegd.


In de hal van het ruime appartement lopen we wederom langs twee schuine ramen van waaruit je zicht hebt op de bedrijvigheid eronder. “Het mooie is: je kunt de drukte opzoeken, of je er juist van afsluiten”, is zijn ervaring. “En door de centrale ligging is er van alles op loopafstand: het Centraal Station, het Nieuwe Luxor, de Oude Haven, de Fenix Food Factory, enzovoort.” Of hij een andere favoriete plek kan bedenken in Rotterdam? “Nee hoor, dat is en blijft deze plek. Ik hoef hier niet weg” zegt hij glimlachend.


Net als de Markthal zelf, is het interieur warm, kleurrijk en smaakvol. De talloze objecten uit verre landen verraden de reislust van Aad en zijn vriendin. Van een prachtig zijden gewaad uit Oezbekistan tot een XL-formaat kussen uit Syrië dat ooit dienst deed als kameelzadel: er liggen, hangen en staan talloze objecten die zijn meegenomen als aandenken. Aan alles is een verhaal verbonden. We drinken een kop koffie in de woonkamer, met uitzicht op de gebouwen van Rotterdam-centrum. In de verte, tussen de moderne gebouwen door, zien we de gebouwen van het Lloydkwartier en zelfs de kranen van de Rotterdamse haven.

Even later, eenmaal buiten, lonkt het idee om nog even de sfeer op te snuiven in de grote hal. Bij het bakkerscafé De Volkslust geurt het brood en de verse koffie. Een aanrader voor wie trek heeft in ‘nog een bakkie’ terwijl Aad niet thuis is.


Aad draagt het stokje over aan:

Anja van Raamsdonk, docent Gijsbert Karel van Hogendorp (GKH).

Lees in de volgende editie over haar favoriete plek in de stad.

Klik voor meer informatie over de Markthal en haar ondernemers op onderstaande button.