Voorwoord
Beste collega’s, Het zijn roerige tijden. De corona pandemie houdt de wereld nog bezig en de meest ingrijpende oorlogsbeelden komen intussen dagelijks op ons netvlies. We leven enorm mee met de Oekraïense bevolking die momenteel zo ongelooflijk lijdt. Laten we - dichter bij huis - toch ook even stilstaan bij de periode die achter ons ligt. Wat een bijzondere twee jaren hebben we achter de rug. Een voor mij bijna onwerkelijke periode, die de jaren daarvoor wegzet als bijna routinematig, overzichtelijk en voorspelbaar. Het was een intense periode die om mij heen veel heeft losgemaakt en verbroken. En het heeft tegelijkertijd ook mensen verbonden en meningen schijnbaar sterker verankerd. Ik kan maar een deel overzien en ik heb er niet voor doorgeleerd, dus ik vind de duiding van het heden en de consequenties voor de toekomst lastig. Een ding zie ik echter heel duidelijk; deze twee jaren hebben heel veel van ons allemaal gevraagd, en dat doen ze nog steeds. Er zitten heel veel bijzondere en gevoelige kanten aan de afgelopen periode, interessant om daar op te reflecteren, maar ik wil echt even stilstaan bij de jongeren in onze scholen, in onze stad. Wat een twee jaar hebben zij gehad! De zo broodnodige 3 R’n ontbraken volledig en al die mooie avonturen en leermomenten in de vrije tijd en op school konden niet worden beleefd. Alleen of met teveel op de kamer; zorgen om (groot)ouders, vriendjes en vriendinnetjes, familieleden, klasgenootjes, en soms naar school, soms online, soms helemaal geen les. We wisten het natuurlijk wel al; dat jonge spul is flexibel en veerkrachtig. En dat bewijzen ze ook deze keer weer. Maar toch zien wij ook de limieten van dat vermogen bij een aanzienlijke groep middelbare scholieren. En dat uit zich op verschillende manieren: o.a. minder aanpassingsvermogen, demotivatie, baldadig gedrag, korte lontjes, onzeker over van alles en nog wat, meer angsten en zelfs zeer serieuze depressies. En dat vind ik verdrietig en heftig en daar ligt voor ons een belangrijke taak. Ook al vind ik in de kern dat er in en voor het onderwijs nog veel te verbeteren valt, waaronder ook de financiering, ik ben gezien het bovenstaande enorm blij met het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Het NPO-geld wordt door de scholen natuurlijk voor een heel groot deel ingezet voor het wegwerken van de opgelopen leerachterstanden door de coronacrisis en voor het inlopen van eventuele leervertragingen. Maar het geld wordt ook zeker ingezet om met leerlingen weer leuke dingen te doen, op stap te gaan, extra aandacht en zeker ook extra zorg te geven. Hopelijk lukt het ons ook om samen, mede dankzij het NPO, de sociaal-emotionele uitdagingen van de jongeren het hoofd te bieden.
In het volgende hoofdstuk lees je o.a. hoe de collega’s van HPC Centrum en Veenoord School for Sport & Lifestyle hun NPO-geld inzetten. Eenheid Zorg en LMC Academie lichten daarna hun aanbod toe ter ondersteuning van de inzet van het NPO-geld. Ik heb grote waardering voor jullie. Jullie zijn er in diezelfde complexe periode altijd geweest voor onze leerlingen, waarbij jullie jezelf wegcijferden, eigen onzekerheden trotseerden en non-stop de schouders eronder zetten voor onze leerlingen. Normaal is dat al het geval, maar de uitdaging is nu dus nog groter. Ongekend. Dankzij jullie hebben onze leerlingen een kans om deze bizarre periode zonder al te veel kleerscheuren voor de lange termijn door te komen. Dat is een belangrijke taak en een nog grotere verantwoordelijkheid. Ik heb er alle vertrouwen in dat het ons, samen met al onze (zorg)partners, gaat lukken. Met vriendelijke groet, Lorenzo Civile Voorzitter van het College van Bestuur