ICT IN HET ONDERWIJS
LMC-DIGIPROOF
Collega Wim Schipper werkt al sinds 1981 bij LMC Voortgezet Onderwijs. De hoogste tijd dus dat hij ons meeneemt, in vogelvlucht, langs de reeks ontwikkelingen die hij in zijn LMC-carrière tot nu toe in zijn vakgebied voorbij zag komen. Maak in dit artikel kennis met oud-wiskundedocent Wim en met ‘zijn’ wereld van het systeem- en netwerkbeheer bij de afdeling Digitale Zaken.
Wim Schipper voor het gebouw van het stafbureau aan de Rotte
Als ervaren professional weet Wim als geen ander hoe complex het kan zijn om het onderwijsproces zonder haperingen te laten verlopen. “Óók in de wereld van de ‘digitale zaken’ moet je continu anticiperen en inspelen op technologische veranderingen” vertelt hij.
De term ‘Digitale Zaken’ doet niet vermoeden hoe uiteenlopend, specialistisch en veranderlijk de materie is waar Wim en zijn collega’s mee te maken hebben. Van netwerkbeheer, informatiebeveiliging, bekabeling, servers, cloud computing, operating systems, computers, laptops, telefoons, kabels, de helpdesk servicesdesk@lmc-vo.nl tot openbare aanbestedingen. Onderwerpen waar de gemiddelde collega geen weet van heeft. En ook niet hoeft te hebben. Toch is het interessant om te weten wat zich allemaal achter de spreekwoordelijke schermen afspeelt op het moment dat wij bezig zijn met onze eigen werk-besognes of zelfs ’s nachts als wij aan het slapen zijn.
Zet je schrap voor een recap door Wim Schipper van de technologische veranderingen waar zijn afdeling de afgelopen decennia op heeft ingespeeld; afsluitend met een blik op de weg naar LMC DIGIPROOF.
Afscheid van de vaste werkplek
“Toen ik in dienst kwam waren er niet eens computers,” vervolgt Wim, “en toen die er eenmaal wél waren, had iedereen een vaste werkplek. Nu hebben veel collega’s een eigen laptop en hebben zij wisselende werkplekken. Dat mobiele werken betekent voor ons onder andere dat wij moeten inregelen wie wat wel en wie wat niet mag zien op het netwerk.” Hij draagt vervolgens een belangrijk doorlopend project aan: “Wij beheren de software die in gebruik is en maken die toegankelijk via het Software Center (*). Dit voorkomt onder andere problemen met illegaal gedownloade software en virussen. Voor een onderwijsorganisatie als de onze is die aandacht voor security echt essentieel. We werken immers met privacygevoelige data van leerlingen” benadrukt hij. “Iedere nacht worden de overdag ingevoerde datamutaties in Magister en Afas Insite verwerkt. Het zal je niet verbazen dat wij hierin zelf óók worden gecontroleerd door een externe, daartoe geautoriseerde partij. Zij kijken naar: ‘Zijn je data veilig, en blijven je data veilig’?”.
* Het Software Center is te benaderen door de startknop links onderin en vervolgens de omcirkelde button aan te klikken.
Van lokaal naar centraal beheer
“Destijds had iedere scholengroep een eigen netwerkbeheerder,” gaat hij verder, “wat op zich fijn is, maar niet efficiënt. De beheerders waren niet goed inzetbaar voor andere scholengroepen en dezelfde werkzaamheden werden op verschillende plekken dubbel uitgevoerd. Vandaar dat de wens ontstond voor een omschakeling, waarbij het netwerkbeheer niet meer op lokaal niveau maar op stafbureau zou worden ondergebracht. Dat ging niet over één nacht ijs: die verandering heeft meerdere jaren geduurd” licht hij toe.
Netwerk
Wim vertelt gepassioneerd verder over hoe tegenwoordig het LMC-netwerk in elkaar zit en hoe totaal anders dat voorheen was ingericht. “Bij een netwerk moet je denken aan zaken als fysieke kabels, glasvezel, wifi, switches en acces points” vervolgt hij.
“Tegenwoordig werken we in de cloud, en in die virtuele werkwijze van nu is niets meer te herkennen van vroeger. Toen hadden we twee lokale datacenters: één bij Montfort en één op de Beukelsdijk. Deze waren met glasvezelkabels met elkaar verbonden. Dat was soms best een uitdaging. Destijds waren we namelijk afhankelijk van de stroomtoevoer vanuit de omliggende electriciteitshuisjes. En daar kon weleens een storing optreden. Energieleveranciers zoals Stedin die daar eigenaar van waren, handelden destijds reactief in plaats van preventief. Frustrerend, want dan kon het zomaar voorkomen dat je geen toegang tot je digitale omgeving had en docenten noodgedwongen een aantal uren hun lessen anders moesten invullen. Wij hebben toen als LMC-VO besloten om de essentiële apparatuur, waaronder de servers, te verplaatsen naar een extern datacenter in de Spaanse Polder. Op die plek is continu een noodstroomvoorzienig aanwezig.”
Wim legt uit dat het huidige ‘model’ veel stabieler is. “Nu is het zo dat ons datacenter in de Spaanse Polder verbonden is met twee andere LMC-datacenters: één op Noord en één op Zuid. En driemaal raden: die op Noord zorgt voor continuïteit van de verbindingen van de scholen op Noord, en die op Zuid voor de continuïteit van de verbindingen van de scholen op Zuid. En die drie knooppunten zijn ook weer met elkaar verbonden met glasvezelkabels. Die zijn niet van onszelf, maar huren we van KPN. Op deze manier kunnen we zorgen voor een minimale downtime.”
Wim Schipper op zijn werkplek
De winkel blijft open
Het feit dat een afdeling zoals onze ‘Digitale Zaken’ de backbone van een organisatie vormt, daar is men in alle sectoren wel van doordrongen. Zo ook in onderwijsland, en meer specifiek bij LMC-VO: “Onze IT-infrastructuur wordt continu, stap voor stap, gemoderniseerd. We moeten immers altijd klaar zijn voor de toekomst” vindt Wim. “En bij het aanschaffen van software, bij het regelen van de installatie van de software en natuurlijk ook bij het aanschaffen van hardware [red: de apparatuur, zoals de computers] hebben we te maken met externe partijen. Voor dat laatste zijn we regelmatig zoet met Europese aanbestedingen. We zijn daarbij namelijk gehouden aan de wet. De IT-producten die door DZ aangeschaft moet worden, bespreken wij jaarlijks met de scholen.” Hij licht toe dat je per jaar ongeveer een vijfde van het aantal IT-producten dat je als school in gebruik hebt moet vervangen.
“Leerlingen en collega’s merken doorgaans niets van al dat onderhoud of van die wijzigingen en innovaties. En zo hoort het ook. De winkel moet te allen tijde openblijven” besluit hij.
‘IT service desk’, illustratie door Willem van de Nadort
DIGIPROOF
En toen kwam begin 2020 corona. We praten daar even over door: “Door de pandemie is onze manier van werken versneld veranderd,” zegt Wim, “MS Teams deed onder andere zijn intrede in het onderwijs; zo ook bij ons. Ook andere digitale tools en werkwijzen dienden zich aan: zoveel dat je door de bomen het bos bijna niet meer kunt zien.” Wat is de visie van Wim, als oud-docent, op de verantwoordelijkheid van docenten als het gaat om LMC DIGIPROOF? Hij antwoordt: “Als docent ben je verantwoordelijk voor de kwaliteit van je eigen lessen. Ik snap als oud-docent heel goed dat het best lastig is om daar je weg in te kunnen vinden: wanneer pas je nu welke aanpak of werkvorm toe? En hoe zorg je ervoor dat je je eigen ‘lessons learned’ deelt met collega-docenten en andersom? Dat zijn de vragen die gelukkig al wel op veel scholen onderwerp van gesprek zijn.”
Hij sluit af met de opmerking dat docenten worden geacht kennis (en gebruikerservaring) te hebben van laptops, docking stations, digiborden en de gebruikte toepassingen. Immers: deze behoren meer en meer tot de primaire leer- en lesmiddelen.
Veenoord-docent Dionne van Ginkel zei het in emagazine 8 van vorig jaar al: “Ik zou in mijn eigen werkomgeving willen zien dat iedere docent en leerling een DigiPROF wordt en zo de scholen DigiPROOF maakt. Alles gaat tegenwoordig digitaal en sneller dan we denken. Daarom is het van belang dat iedereen meebeweegt in de snelheid en de digitale wereld, zodat we onze leerling klaar kunnen maken voor de digitale wereld en daarmee dus de wereld van nu."
Reageren? Wil je reageren op dit artikel of heb je eigen ervaringen, leermomenten of ideeën die je graag wilt delen? Graag! Stuur dan een e-mail aan: LMC-DIGIPROOF@lmc-vo.nl.